Uit het leven van een hond beslaat een dag uit het leven van Henk van Doorn, 56, ic-verpleegkundige, alleenstaand. Het is een doodgewone zaterdag totdat blijkt dat Henks hond ziek is en binnen afzienbare tijd zal sterven. Dat gegeven gaat als een sleepnet over de bodem van de dag en haalt de gebruikelijke gedachten boven: dat de tijd maar één richting kent; dat we zo kwetsbaar zijn; dat we zo eenzaam zijn, hoeveel liefde we ook vinden. Maar somber wordt het verhaal nergens dankzij Henks talent om uit een acuut besef van sterfelijkheid een krachtig carpe diem te putten: leef het leven ten volle.